van der Leeuw Stichting

Van de voorzitter: Aswoensdag

Terug naar overzicht
Geplaatst op09 mrt 2015

Gijsbert Smit, voorzitter van de Van der Leeuwstichting, zal regelmatig een bijdrage schrijven op deze website. Gedachten over kunst en religie in het algemeen en de rol van de Van der Leeuwstichting daarin in het bijzonder. 

Aswoensdag

Door Gijsbert Smit

Maart 2015 - Op Aswoensdag reed ik van Venlo  naar Amsterdam.  Vanuit het carnaval naar de drukke Zuidas, te weten bij de VU,  in een verblindende februarizon, zeelicht in Amsterdam? Het carnaval, een ritueel bij uitstek, de lange neus naar de ernst op dinsdag gevierd met duizenden mensen in boerendracht die in optocht door smalle straatjes gaan, bekeken door nog meer toeschouwers verkleed als boer of boerin. Je geeft eten en drinken weg, loopt gearmd met je buren of je loopt met een of ander vaandel en ontvangt het nodige terwijl al die mensen dezelfde liedjes zingen, a capella. Een vreemd intiem ritueel afgesloten met het in de on-echt verbinden van het boerenbruiloftspaar.

Op die woensdagochtend stapte ik wat vervreemd het VU-gebouw in op weg naar het symposium ‘” The future of ritual. Spots and shapes”. Dit vond plaats ter gelegenheid van de verhuizing van het Instituut voor Rituele en Liturgische Studies (Irilis) van Tilburg University naar de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam. Ik trof er  verschillende huidige en voormalige bestuursleden van de Van der Leeuwstichting en kon kort kennis maken met professor Marcel Barnard, de nieuwe directeur van Irilis. Wat boeit mensen van een kunststichting toch in ritualistiek, vroeg ik me af.

De vraag die me in bredere zin de afgelopen maanden bezighoudt is de relatie tussen het godsdienstige gevoel en de kunst. Welke meerwaarde kan kunst hebben in een tijd met grote maatschappelijke en religieuze problemen?  Kan je meer doen dan zaken vaststellen en je onmacht aanvaarden? Kun je met kunst die onmacht wellicht omzeilen , aanvullen wellicht? Kan de kunstenaar soms ook de verzoende rol van de sjamaan spelen? En meer specifiek, op welke eigentijdse thema’s zouden we ons als stichting moeten richten?
Drie professoren gaven hun visie op eigentijdse verschijnselen rond rituelen. Intellectuelen wellicht eigen,  wisten ze veel vragen op te roepen maar weinige te beantwoorden. Desondanks zetten de drie betogen mij wel aan het denken over de rol die ik toeken aan rituelen en in bredere zin aan symbolische handelingen, relatief eenvoudige zaken die buiten hun context een enorme betekenis kunnen krijgen. Denk eens aan de Zwarte Pietendiscussie of het debat rond the clash van culturen; zaken die door de gigantische aandacht in de media het discours van deze tijd bepalen. Grote zaken uitvergroot via relatief kleine bliksemafleiders. Ik wil u een impressie van de bijdragen niet onthouden mede omdat een van de sprekers de dunne grens tussen kunst en wetenschap was overgegaan met alle vragen die dat bij mij weer opriep aangaande wat nog kunst en wat nog wetenschap was.

Een rituele handeling,  een symbolische handeling, de sjamaan die Moeder Aarde, de Wind oproept om troost te brengen, daarmee werd de ochtend geopend,  met een filmregistratie hiervan in Canada. Gemaakt door  “Ritual Theorist” Ronald Grimes, die de artistieke weg opging en ons liet weten dat de film en het kijken ernaar het condoleanceritueel moesten zijn voor het meisje dat we zagen  in de film.  We zagen namelijk hoe een Indiaanse sjamaan  allerlei rituelen  uitvoerde ter gelegenheid van de dood van een joodse vrouw. Haar man van Marokkaanse komaf en zijn dochter waren de hoofdpersonen.  Ronald Grimes had de klus op zich genomen nadat een commerciële producent afhaakte en een deel van de indianenstam zich verzette tegen uitvoering van dit ritueel. Maar deze discussie kon in ieder geval gevoerd worden, in een gedeelde ruimte:  de natuur.  Met mensen van erg verschillende achtergrond en afkomst werd er zin gegeven aan dit samenzijn.  Of en hoe de animistische traditie zich kon vleien in een joods-christelijke en daarmee zinvol kon zijn vertelde hij niet maar met de Fettwerke  van Joseph Bueys en zijn genezings-verhaal in gedachten lijkt de kunst hier een meerwaarde te hebben.

In het hedendaags Birmingham blijkt een gedeelde fysieke ruimte, de straten, parken en pleinen,  niet altijd samen te vallen met een ruimte waar ook werkelijk gedeeld kan worden op basis van erkenning van elkanders ritueel.  Sociaal antropoloog Martin Stringer onderzocht hoe de gemeentelijke overheid omgaat met de religieuze uitingen en rituelen in de min of meer openbare ruimte.  Waar in de ene buurt een jarenlange religieuze traditie in een park onmogelijk werd gemaakt door andersdenkenden gaf hij ook prachtige voorbeelden van een straat waarin 100 nationaliteiten en culturen naast elkaar leven, waarin elkaars gebeden en rituelen worden gerespecteerd. Een eigentijds stadsbestuur moet daar natuurlijk over nadenken. Vorm geven, hortend en stotend wellicht, aan het gebruik van onze gemeenschappelijke ruimte, hopelijk in het licht van de verrijking die dat kan opleveren. Ook Stringer stelde veel vragen: impliciet was in ieder geval de vraag waarom inwoners zo verschillend aankijken naar de gedeelde openbare ruimte, waarom die niet door allen gezien wordt als één waar delen voorop staat, vóór op je eigen ruimte innemen ten koste van andermans. Een andere vraag was hoe diversiteit in 1 stad tot zulke verschillende verschijningsvormen kan leiden, hoe in de ene buurt slechts één geluid gehoord mag worden en  in de andere een koor van honderden.

Als laatste presenteerde Paul Post  de weerslag van het vluchtelingendrama bij Lampedusa in de verschillende media. Hij zette het in het licht van de duizenden doden dit jaar alleen al op de ruwe Middellandse Zee, over de betekenis van die overtocht, de mensenhandel en de Europese samenleving die hier iets op wil terugzeggen. Met een Europese kustwacht in plaats van een Italiaans Life-Guard? Hij toonde beelden van een waterprocessie. Waar de Paus rituele handelingen uitvoerde , waar bossen bloemen aan het water werden toevertrouwd, waar (voor mij)  de duiding  van de handeling essentieel leek om hem te begrijpen. Maar Post legde uit dat de waterprocessie een plaatselijk gebruik is.
Waar een treurprocessie nog makkelijk te volgen is met gebed, gedachtenis, contemplatie binnen het geloofskader, noemde Post meerdere ( rituele) zaken die  het Lampedusadrama had los gemaakt: ondermeer een herinneringsbos dat niet of slecht onvolledig werd aangeplant, een vastgelopen internetmemorial en de pijnlijke constatering dat de belofte om ieder  een waardig graf te geven met een naam niet gestand gedaan kon worden. Dit mede omdat de identificatie onmogelijk bleek. Onmogelijk ook omdat moederland Eritrea de vluchtelingen als verraders zag. Oei, wat een verschil in perceptie tussen “ons “en “hen”.  De lichamen werden anoniem verspreid over Sicilië begraven op RK  begraafplaatsen….. Ook hier werden veel vragen opgeworpen over de zin en onzin van rituelen en de intentie waarmee ze worden uitgevoerd.

Bij de stortvloed aan schokkende beelden en de nog schokkender duiding die de uitvoerders er aan geven bekruipt me een immuniteit voor de goede bedoeling; bossen bloemen in het water gooien, bloed van Kopten 200km verder  in de zee laten stromen “om deze rood te kleuren” als waarschuwing aan het Westen. En tegelijkertijd leeft er  de wens, sterker, het verlangen, om een zinvolle, betekenisvolle en hopelijk troostende daad te verrichten. Hopelijk kunnen we met de Van der Leeuwstichting daar verder aan werken dit jaar. Kunnen we kunst aanboren en helpen stimuleren die dit bewerkstelligt.